ECLI:NL:HR:2005:AS7199
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake diefstal met geweld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 4 maart 2004 was gewezen. De aanvrager, geboren in 1978 en destijds verblijvende in het Huis van Bewaring te Lelystad, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, met terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege, wegens diefstal met geweld. De aanvrage tot herziening werd ingediend door mr. G.P. Hamer, advocaat te Amsterdam, en betrof de stelling dat de aanvrager geen eerlijk proces had gehad, omdat de tenuitvoerlegging van het vonnis niet tijdig was uitgevoerd. De aanvrager stelde dat, indien de Staat de terbeschikkingstelling tijdig had uitgevoerd, het Hof waarschijnlijk geen terbeschikkingstelling en gevangenisstraf had opgelegd.
De Hoge Raad heeft de aanvrage beoordeeld en vastgesteld dat de aangevoerde gronden niet voldoen aan de eisen voor herziening zoals gesteld in artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet kan worden ontvangen, omdat de gestelde omstandigheden niet als novum kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard, waarmee de eerdere veroordeling van de aanvrager in stand bleef. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.