ECLI:NL:HR:2005:AS7028
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verklaring voor recht inzake wijziging reiskostenvergoeding door Japan Airlines
In deze zaak hebben de eisers, werknemers van Japan Airlines Co. Ltd. (JAL), de vennootschap gedagvaard voor de kantonrechter te Amsterdam. Zij vorderden een verklaring voor recht dat de eenzijdige wijziging van de reiskostenvergoedingen door JAL, die per 1 augustus 1999 was doorgevoerd, niet rechtsgeldig was. Daarnaast vroegen zij om terugbetaling van de oude reiskostenvergoedingen en vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft in een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 9 januari 2002 JAL veroordeeld om aan de eisers te betalen, maar JAL ging in hoger beroep. Het gerechtshof te Amsterdam heeft op 15 januari 2004 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vorderingen van de eisers afgewezen. Hierop hebben de eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de eisers voldoende bewijs hadden aangeboden met betrekking tot hun stelling dat de dubbele vergoeding als arbeidsvoorwaarde was gepresenteerd. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende gemotiveerd had afgezien van dit bewijsaanbod. Daarom heeft de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is JAL veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 452,96 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.