ECLI:NL:HR:2005:AS7017
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van eerdere vonnissen in consumentenkredietzaak met betrekking tot vervroegde opeisbaarheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juni 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen DEFAM CREDIT B.V. en een niet verschenen verweerster. De eiseres, DEFAM, had de verweerster gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij zij vorderde dat de verweerster zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 12.725,68, vermeerderd met rente. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 4 september 2002 de eiseres in de gelegenheid gesteld om nadere inlichtingen te verschaffen en heeft in een eindvonnis van 27 november 2002 de verweerster veroordeeld tot betaling van € 1.884,71. Tegen deze vonnissen heeft DEFAM hoger beroep ingesteld, maar de verweerster is niet verschenen.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft op 16 september 2003 de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd. DEFAM heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de bepaling in de kredietovereenkomst, die vervroegde opeisbaarheid bij achterstallige betalingen regelt, niet in overeenstemming is met de Wet op het Consumentenkrediet (WCK). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de wetgever de achterstalligheid in een tijdsperiode heeft willen uitdrukken en niet in een aantal termijnen. Dit betekent dat de kredietgever pas na twee maanden achterstalligheid het restant van de schuld kan opeisen.
De Hoge Raad heeft het arrest van het hof en het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verweerster veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente. Tevens zijn de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep aan de zijde van DEFAM begroot. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, omdat de beslissing van het hof niet door de verweerster is uitgelokt of verdedigd. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van kredietovereenkomsten en de rechten van kredietgevers en -nemers onder de WCK.