ECLI:NL:HR:2005:AS6896
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen AXA Schade N.V. inzake vordering tot schadevergoeding
In deze zaak heeft eiser, handelende onder de naam [A], AXA Schade N.V. gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam met de vordering om een bedrag van ƒ 125.517,30 te betalen, vermeerderd met wettelijke vertragingsrente vanaf 30 januari 1998. De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 8 maart 2001 beide partijen tot bewijslevering toegelaten. AXA heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft bij tussenarrest van 17 december 2002 eiser tot bewijslevering toegelaten en bij eindarrest van 11 november 2003 het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van eiser afgewezen. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen beide arresten van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 1.781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De klachten die in het middel zijn aangevoerd, konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.