ECLI:NL:HR:2005:AS6860
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Uitleveringszaak betreffende een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 februari 2005 uitspraak gedaan in een uitleveringszaak op verzoek van de Verenigde Staten van Amerika. De zaak betreft een opgeëiste persoon, geboren in Egypte in 1965, die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest van 7 september 2004, waarin een uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam van 20 februari 2004 werd vernietigd. De opgeëiste persoon is meerdere keren opgeroepen om te verschijnen, maar is niet verschenen. Tijdens de zitting op 21 januari 2005 heeft de Advocaat-Generaal Vellinga medegedeeld dat uit onderzoek is gebleken dat de opgeëiste persoon vermoedelijk niet meer in Nederland verblijft.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden, de opgeëiste persoon in Nederland onvindbaar is. Hierdoor kan niet worden onderzocht of het uitleveringsverzoek voor inwilliging vatbaar is. De Officier van Justitie is daarom niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het uitleveringsverzoek. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president en vier raadsheren, en is een belangrijke uitspraak in het kader van uitleveringsprocedures.