ECLI:NL:HR:2005:AS6030
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie en strafoplegging bij overtreding van de Wet wapens en munitie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was veroordeeld voor het voorhanden hebben van munitie van categorie II en III, wat in strijd is met artikel 26 van de Wet wapens en munitie (WWM). De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de verdachte meermalen had gehandeld in strijd met de WWM, aangezien de bewezenverklaarde feiten slechts één overtreding opleverden. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de opgelegde straf, die hoger was dan de wet toestaat. De verdachte had op 28 augustus 2001 diverse patronen van munitie voorhanden gehad, wat leidde tot de veroordeling tot negen maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De Hoge Raad oordeelde dat de maximale straf voor deze overtreding drie maanden gevangenisstraf is, en dat het Hof de verdachte ten onrechte een hogere straf had opgelegd. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de strafoplegging.