ECLI:NL:HR:2005:AS5891
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verplichting tot externe reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Stichting Verpleeg- en Zorgcentrum Lindestede en een voormalige werknemer, aangeduid als [verweerster]. De zaak betreft de vraag of de werkgever, Lindestede, verplicht was om externe reïntegratie te bevorderen voor [verweerster], die sinds 1979 in dienst was en op 24 februari 2000 arbeidsongeschikt werd. Lindestede had de arbeidsovereenkomst met [verweerster] opgezegd per 1 november 2002, met toestemming van de Centrale organisatie werk en inkomen, omdat er geen passende functie beschikbaar was binnen de organisatie. [Verweerster] vorderde schadevergoeding op de grond dat haar ontslag kennelijk onredelijk was, en stelde dat Lindestede niet had voldaan aan de verplichting om haar in het arbeidsproces te reïntegreren.
De kantonrechter had de vordering van [verweerster] afgewezen, maar het gerechtshof te Leeuwarden vernietigde dit vonnis en veroordeelde Lindestede tot betaling van € 5.000,-- aan [verweerster]. Lindestede ging in cassatie tegen dit arrest. De Hoge Raad oordeelde dat de verplichting tot externe reïntegratie, zoals vastgelegd in de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, niet van toepassing was op werknemers die vóór 1 januari 2003 arbeidsongeschikt waren geworden. Dit leidde tot de conclusie dat het hof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De kosten van het geding in cassatie werden gereserveerd, waarbij de kosten aan de zijde van Lindestede werden begroot op € 513,89 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, terwijl de kosten aan de zijde van [verweerster] op nihil werden vastgesteld.