ECLI:NL:HR:2005:AS5825
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake reclameverboden voor geneesmiddel Diovan door Novartis Pharma B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Novartis Pharma B.V. en Sanofi c.s. De zaak betreft een geschil over reclame-uitingen voor het geneesmiddel Diovan. Sanofi c.s. hadden Novartis in kort geding gedagvaard en vorderden onder andere een verbod op het doen van reclame voor indicaties waarvoor Diovan niet is geregistreerd. De voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft op 17 december 2002 in conventie Novartis verboden om reclamemededelingen te doen die in strijd zijn met eerdere uitspraken van de Codecommissie van de Stichting Code Geneesmiddelen Reclame (CGR). Novartis heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft op 9 september 2003 het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Novartis heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de klachten van Novartis verworpen en het beroep in cassatie afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat het aan de CGR is om te beoordelen of de uitingen van Novartis in strijd zijn met het opgelegde verbod. De Hoge Raad heeft Novartis ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest bevestigt de noodzaak voor farmaceutische bedrijven om zich te houden aan de regelgeving omtrent reclame voor geneesmiddelen en de rol van de CGR in het toezicht daarop.