ECLI:NL:HR:2005:AS5255
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de werkingssfeer van CAO's en de toepassing van de Beschikking BPL in de agrarische sector
In deze zaak gaat het om de uitleg van de werkingssfeer van verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) en de toepassing van de Beschikking BPL in de agrarische sector. De Hoge Raad behandelt een cassatieberoep van een aantal stichtingen die zich bezighouden met de ontwikkeling en scholing van werknemers in de agrarische sector. De stichtingen hebben in eerste instantie een vordering ingesteld tegen een verweerster die personeel ter beschikking stelt aan bedrijven in de glastuinbouw. De verweerster betwistte dat zij onder de werkingssfeer van de CAO's viel en vorderde terugbetaling van eerder betaalde premies. De kantonrechter wees de vorderingen van de verweerster af, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis en wees de vorderingen van de verweerster toe. De stichtingen gingen in cassatie tegen dit arrest.
De Hoge Raad oordeelt dat de vraag of de verweerster onder de CAO's valt, moet worden beantwoord aan de hand van de werkingssfeerbepalingen van de CAO's. Het hof had geoordeeld dat de activiteiten van de verweerster niet konden worden aangemerkt als 'het doen verrichten van arbeid' in de zin van de CAO's. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij de verweerster wordt veroordeeld in de kosten van de procedure. De Hoge Raad concludeert dat de werknemers van de verweerster, die op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam zijn in de agrarische sector, onder de werkingssfeer van de CAO's en de Beschikking BPL vallen. Dit arrest benadrukt het belang van de werkingssfeerbepalingen in CAO's en de verplichtingen die daaruit voortvloeien voor werkgevers in de agrarische sector.