ECLI:NL:HR:2005:AS4744
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot onderhoud en verzorging van een minderjarige in een hulpeloze toestand
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, die in detentie zat, was beschuldigd van het in een hulpeloze toestand brengen van zijn minderjarige kind, [slachtoffer 1]. De tenlastelegging betrof onder andere het niet tijdig naar een dokter brengen van het kind en het niet bieden van adequate verzorging, wat heeft geleid tot de dood van het kind. Het Hof had eerder geoordeeld dat de verdachte, samen met de moeder van het kind, verplicht was tot onderhoud en verzorging van het kind op basis van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd dat de verdachte als degene die een minderjarige verzorgt en opvoedt zonder gezag, onder de verplichtingen van artikel 255 Sr valt. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld over de verantwoordelijkheden van de verdachte en dat de strafmotivering van het Hof, waarin werd gesteld dat de verdachte zijn verantwoordelijkheid niet had genomen door niet op de zitting aanwezig te zijn, onbegrijpelijk was. Dit leidde tot de beslissing om de bestreden uitspraak te vernietigen, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en de zaak terug te wijzen naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de straf.
De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de eerdere oordelen van het Hof in stand blijven, behalve de strafmaat. Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheden van ouders en verzorgers in situaties waarin kinderen in een kwetsbare positie verkeren, en de noodzaak voor adequate zorg en aandacht voor hun welzijn.