ECLI:NL:HR:2005:AS4121
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf regulerende energiebelasting voor publiekrechtelijke lichamen
In deze zaak gaat het om de teruggaaf van regulerende energiebelasting die door belanghebbende, een openbaar lichaam dat is ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling, is aangevraagd. De belanghebbende had in 2000 28 verzoeken om teruggaaf ingediend voor de regulerende energiebelasting die in rekening was gebracht voor gas en elektriciteit. De Inspecteur heeft deze verzoeken afgewezen op de grond dat belanghebbende niet over statuten beschikt. Na bezwaar van belanghebbende heeft het Hof het beroep gegrond verklaard en een teruggaaf gelast van in totaal € 14.386. De Staatssecretaris van Financiën heeft echter cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 24 juni 2005 geoordeeld dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat belanghebbende in aanmerking komt voor teruggaaf van de regulerende energiebelasting. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling waarbij belanghebbende is ingesteld, niet voldoen aan de eisen die in artikel 36l, lid 11, van de Wet belastingen op milieugrondslag zijn gesteld. De Hoge Raad concludeert dat belanghebbende, als publiekrechtelijk lichaam, niet valt onder de doelgroep die voor teruggaaf in aanmerking komt volgens de wet. De uitspraak van het Hof is vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en het beroep tegen de uitspraken van de Inspecteur is ongegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.