ECLI:NL:HR:2005:AS4106
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht zelfstandigen en de rol van schattingen in de Ziekenfondswet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft de verzekeringsplicht van een zelfstandige onder de Ziekenfondswet (Zfw) voor het jaar 2000. De Inspecteur had eerder verklaard dat de belanghebbende voldeed aan de voorwaarden voor verplichte ziekenfondsverzekering, maar na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur deze verklaring. Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en wijzigde de verklaring van de Inspecteur, waardoor de belanghebbende niet als verplicht verzekerd werd aangemerkt.
De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur bij zijn beoordeling terecht was uitgegaan van de schatting van het inkomen die de belanghebbende in mei 2000 had ingediend, en niet van de gegevens die de belanghebbende later met zijn bezwaarschrift had meegestuurd. De Hoge Raad benadrukte dat de wetgever had bedoeld dat de verklaring over de verzekeringsplicht gebaseerd moest zijn op de bij de rijksbelastingdienst bekende gegevens op de peildatum, en dat de schatting van de belanghebbende leidend was. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, en het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak van de Inspecteur werd ongegrond verklaard.
De Hoge Raad concludeerde dat de grieven van de belanghebbende niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking van de Inspecteur, omdat de verzekeringsplicht voortvloeit uit de Zfw en niet uit de beschikking zelf. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de Ziekenfondswet en de rol van schattingen bij de beoordeling van de verzekeringsplicht van zelfstandigen.