ECLI:NL:HR:2005:AS4105
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Verplicht ziekenfondsverzekering zelfstandigen en de rol van inkomensgegevens
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de verplichting tot ziekenfondsverzekering voor zelfstandigen, specifiek in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Ziekenfondswet. De belanghebbende, die per 1 januari 2000 een onderneming was gestart, had in mei 2000 een schatting van zijn inkomen ingediend, waaruit bleek dat hij een belastbaar inkomen van ƒ 40.000 had. Op basis van deze schatting had de Inspecteur in december 2001 verklaard dat de belanghebbende voor het jaar 2001 verplicht verzekerd was voor het ziekenfonds.
Echter, na bezwaar van de belanghebbende, heeft het Gerechtshof te Leeuwarden in juni 2003 geoordeeld dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor de verplichte ziekenfondsverzekering in 2001. Het Hof baseerde zijn oordeel op de gegevens van het aangiftebiljet dat de belanghebbende had meegestuurd met zijn bezwaarschrift, waarin hij een hoger belastbaar inkomen van ƒ 67.740 aangaf. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Inspecteur terecht de beschikking had gebaseerd op de op 1 oktober 2000 bekende gegevens, namelijk de schatting van de belanghebbende, en niet op de latere aangifte. De Hoge Raad oordeelde dat de wetgever had beoogd dat de verzekeringsplicht voor zelfstandigen gebaseerd zou zijn op de inkomensgegevens die op de peildatum bekend waren. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, en het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur werd ongegrond verklaard. De Hoge Raad concludeerde dat de Inspecteur de juiste procedure had gevolgd en dat de eerdere uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven.