ECLI:NL:HR:2005:AS2748
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verschoningsrecht en bescherming van family life in het strafrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2005 uitspraak gedaan over het verschoningsrecht van getuigen in het strafrecht, specifiek in relatie tot de bescherming van 'family life' zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin werd geoordeeld dat de betrokkene, die een langdurige relatie had met een verdachte, geen recht had op verschoning van getuigenis. De Hoge Raad bevestigde dat het verschoningsrecht, zoals vastgelegd in artikel 217 van het Wetboek van Strafvordering, uitsluitend geldt voor echtgenoten en geregistreerde partners, en niet voor andere samenlevingsvormen, ook niet als deze duurzaam zijn. De Hoge Raad oordeelde dat de wetgever een redelijke en objectieve rechtvaardiging heeft voor deze beperking, aangezien het verschoningsrecht een uitzondering is op de wettelijke plicht om getuigenis af te leggen. De Hoge Raad concludeerde dat de betrokkene niet-ontvankelijk is in haar beroep, omdat zij niet kan terugvallen op het verschoningsrecht.