ECLI:NL:HR:2005:AS2147
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens valsheid in geschrift
In deze zaak gaat het om een herziening van een eerder vonnis van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de aanvrager, geboren in 1952, was veroordeeld voor valsheid in geschrift. De veroordeling was het gevolg van een uitspraak van het Hof, die op 19 augustus 2002 werd gedaan, en waarbij de aanvrager een taakstraf van 240 uren kreeg opgelegd, subsidiair 120 dagen hechtenis. De aanvrage tot herziening werd ingediend door mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, namens de aanvrager.
De aanvrage tot herziening is gebaseerd op nieuwe getuigenverklaringen van de dochters van de aanvrager, die zouden aantonen dat er in de tenlastegelegde periode geen sprake was van een relatie of gezamenlijke huishouding tussen de aanvrager en zijn ex-echtgenote. De aanvrager stelt dat, indien het Hof deze verklaringen had gekend, dit tot een andere uitkomst van de zaak zou hebben geleid, mogelijk zelfs tot vrijspraak.
De Hoge Raad heeft de aanvrage beoordeeld en vastgesteld dat de nieuwe getuigenverklaringen niet voldoende zijn om het ernstige vermoeden te wekken dat de uitkomst van de zaak anders zou zijn geweest. De inhoud van de bijlagen bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche van de Gemeente Heerenveen, die belastende informatie bevatten, heeft de Hoge Raad doen concluderen dat de aanvrage kennelijk ongegrond is.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening afgewezen, en dit arrest is uitgesproken op 4 januari 2005 door vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en J. de Hullu, in aanwezigheid van waarnemend-griffier J.D.M. Hart.