ECLI:NL:HR:2005:AR8296
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak inzake profijtontneming en draagkrachtverweer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, die in 1960 is geboren en in financiële problemen verkeert. De betrokkene heeft zijn financiële situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij en zijn gezin afhankelijk zijn van het inkomen van zijn vrouw en dat zij te maken hebben met aanzienlijke schulden. De Hoge Raad oordeelt dat de rechter die de ontnemingsmaatregel oplegt, op straffe van nietigheid, een gemotiveerde beslissing moet geven op een uitdrukkelijk voorgedragen en met argumenten ondersteund draagkrachtverweer. Het Hof heeft verzuimd om dit verweer voldoende te motiveren, wat leidt tot de vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover het betreft de opgelegde vervangende hechtenis. De Hoge Raad wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling van de betalingsverplichting. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de rest van de uitspraak van het Hof in stand blijft. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechter bij het opleggen van ontnemingsmaatregelen, vooral in situaties waarin de draagkracht van de betrokkene ter discussie staat.