ECLI:NL:HR:2005:AR8229
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel in strafzaak tegen verdachte X
In deze zaak gaat het om een vordering van de benadeelde partij, X, die schadevergoeding eist voor ziekenhuiskosten ten bedrage van € 13.000,- als gevolg van een schot dat hem is toegebracht. Het hof heeft de vordering van X afgewezen, omdat het de kans dat hij zijn schuld aan het ziekenhuis zou betalen als onwaarschijnlijk beschouwde. Hierdoor werden de ziekenhuiskosten niet als schade in de zin van artikel 51a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering aangemerkt. De verdachte werd echter wel een schadevergoedingsmaatregel van € 13.000,- opgelegd, te betalen aan het ziekenhuis.
De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van het hof om de vordering van X af te wijzen getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Het feit dat X zijn ziekenhuisrekening niet heeft betaald, doet niets af aan het feit dat hij schade heeft geleden als gevolg van het bewezen verklaarde feit. De Hoge Raad stelt vast dat deze schade als rechtstreekse schade in de zin van artikel 51a Sv moet worden aangemerkt. Desondanks leidt dit niet tot cassatie, omdat de verdachte geen belang heeft bij deze beslissing.
Wat betreft de schadevergoedingsmaatregel oordeelt de Hoge Raad dat het oordeel van het hof dat de verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade aan X, niet onjuist of onbegrijpelijk is. Echter, de bepaling dat het bedrag aan het ziekenhuis moet worden uitgekeerd, is in strijd met artikel 36f Sr, omdat de wet niet toestaat dat de strafrechter bepaalt dat de schadevergoeding aan iemand anders dan het slachtoffer wordt uitgekeerd. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak voor zover het de verplichting tot betaling aan de Staat betreft en bepaalt dat het bedrag ten goede moet komen aan X.
De Hoge Raad merkt op dat de redelijke termijn voor het beroep in cassatie is overschreden, wat leidt tot strafvermindering. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, vermindert de opgelegde gevangenisstraf en bepaalt dat de schadevergoedingsmaatregel ten goede komt aan het slachtoffer, X.