ECLI:NL:HR:2005:AR7932

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R04/052HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beëindiging schuldsaneringsregeling en faillissement

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die in eerste instantie door de rechtbank te Amsterdam was uitgesproken. De rechtbank had op 10 september 2001 de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Op 20 augustus 2003 deed de rechter-commissaris een voordracht tot tussentijdse beëindiging van de regeling, waarop de rechtbank op 7 oktober 2003, 7 januari 2004, 28 januari 2004 en 25 februari 2004 pro forma heeft behandeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 3 maart 2004 de schuldsaneringsregeling beëindigd en een curator aangesteld in het faillissement van verzoeker.

Verzoeker ging in hoger beroep tegen dit vonnis bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 9 april 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Hierna heeft verzoeker cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven. Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.

Uitspraak

11 maart 2005
Eerste Kamer
Rek.nr. R04/052HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Op verzoek van verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - heeft de rechtbank te Amsterdam bij vonnis van 10 september 2001 de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aan zien van [verzoeker] uitgesproken met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.
Op 20 augustus 2003 heeft de rechter-commissaris een voordracht gedaan, strekkende tot tussentijdse beëindiging van de toepassing van de schuldsanerings-regeling op grond van art. 350 lid 3, onder c en d, Faillissementswet (Fw).
De rechtbank heeft de voordracht behandeld op 7 oktober 2003, 7 januari 2004, 28 januari 2004 en 25 februari 2004 (pro forma).
De rechtbank heeft bij vonnis van 3 maart 2004 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd en in het faillissement van [verzoeker] een rechter-commissaris benoemd en een curator aangesteld.
Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 9 april 2004 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 11 maart 2005.