ECLI:NL:HR:2005:AR7932
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beëindiging schuldsaneringsregeling en faillissement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die in eerste instantie door de rechtbank te Amsterdam was uitgesproken. De rechtbank had op 10 september 2001 de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Op 20 augustus 2003 deed de rechter-commissaris een voordracht tot tussentijdse beëindiging van de regeling, waarop de rechtbank op 7 oktober 2003, 7 januari 2004, 28 januari 2004 en 25 februari 2004 pro forma heeft behandeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 3 maart 2004 de schuldsaneringsregeling beëindigd en een curator aangesteld in het faillissement van verzoeker.
Verzoeker ging in hoger beroep tegen dit vonnis bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 9 april 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Hierna heeft verzoeker cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven. Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.