ECLI:NL:HR:2005:AR7735
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Afdrachtvermindering zeevaart en de bestemming van schepen voor sleep- en hulpverleningswerkzaamheden
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, een sleepdienst-, bergings- en transportonderneming, is opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1997. De naheffingsaanslag, oorspronkelijk vastgesteld op ƒ 97.265, werd na bezwaar verminderd tot ƒ 72.179. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigde. De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het beroep in cassatie gegrond is. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het schip van belanghebbende, dat is bestemd voor sleep- en hulpverleningswerkzaamheden op zee, voldoet aan de eisen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA). De Hoge Raad benadrukt dat voor de toepassing van de afdrachtvermindering zowel sleep- als hulpverleningswerkzaamheden vereist zijn.
De Hoge Raad wijst erop dat het Hof niet heeft vastgesteld of de beschrijving van het schip in de zeebrief voldoet aan de eisen van de WVA. Dit aspect moet bij de verwijzing opnieuw worden beoordeeld. De Hoge Raad concludeert dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven en dat de zaak moet worden verwezen voor verdere beoordeling.