ECLI:NL:HR:2005:AR7438
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over levensonderhoudsbijdrage in echtscheidingszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 februari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om een bijdrage in het levensonderhoud na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had in 2000 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Maastricht, waarin zij de man, verweerder in cassatie, verzocht om een maandelijkse bijdrage van € 1.429,41. De man bestreed dit verzoek, waarna de rechtbank een deskundigenonderzoek heeft bevolen. Na verschillende tussenbeschikkingen en een eindbeschikking op 26 november 2002, waarin de man werd veroordeeld tot betaling van € 998,32 per maand, heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 20 november 2003 de eerdere beschikkingen van de rechtbank bekrachtigd en de bijdrage in levensonderhoud opnieuw vastgesteld, met bedragen variërend van € 1.389,-- tot € 1.452,-- per maand, afhankelijk van de periode. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikkingen van het hof. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten van de man niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen, en de beschikking is openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.