ECLI:NL:HR:2005:AR6202
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verbod op betrokkenheid bij productie en verkoop van waxinelichtjes
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 februari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een eerder arrest van het gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een geschil tussen [Eiser] en de verweersters, waaronder ALPHAMO BELEGGINGSMAATSCHAPPIJ B.V. en RECORD B.V., over een verbod op de productie en verkoop van cupjes ten behoeve van waxinelichtjes. De verweersters hadden D&R Holland B.V. en andere betrokkenen gedagvaard in kort geding, waarbij zij vorderden dat D&R Holland c.s. zich gedurende vijf jaar niet zouden bezighouden met de productie en verkoop van deze cupjes. De voorzieningenrechter had de vorderingen in eerste instantie afgewezen, maar het gerechtshof had in hoger beroep het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en een verbod opgelegd voor een periode van twee jaar, wat later werd gecorrigeerd naar drie jaar in een herstelarrest.
De Hoge Raad heeft in cassatie de ontvankelijkheid van [Eiser] beoordeeld en geconcludeerd dat hij niet-ontvankelijk is in zijn beroep. De Hoge Raad oordeelde dat er geen grond meer bestond voor de beoordeling van het herstelarrest, aangezien het eerdere arrest van het hof reeds was vernietigd. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan [Verweerster] c.s. opgelegd, begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept het belang van duidelijke en consistente formuleringen in juridische uitspraken.