ECLI:NL:HR:2005:AR6177
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over alimentatieverplichtingen en proceskosten in kort geding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende alimentatieverplichtingen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, was in kort geding gedagvaard door de verweerster, die werd bijgestaan door advocaat mr. H.A. Groen. De verweerster vorderde onder andere betaling van achterstallige alimentatie en een maandelijkse alimentatievergoeding. De kantonrechter te Haarlem heeft op 26 maart 2003 de vordering tot betaling van achterstallige alimentatie toegewezen tot en met maart 2003, maar de overige vorderingen afgewezen. Eiseres ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 juli 2003 het vonnis van de kantonrechter vernietigde en de eiseres verplichtte tot betaling van een lager bedrag aan alimentatie per maand vanaf de datum van beslaglegging.
Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de vordering van de verweerster in cassatie verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid.
Deze uitspraak benadrukt de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtszekerheid en het bieden van duidelijkheid in alimentatiekwesties, waarbij de rechterlijke organisatie en de toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering centraal staan.