ECLI:NL:HR:2005:AR5752
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens verzuim processtukken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De verzoekster, een vrouw, had in 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage om een wijziging van de alimentatie die haar ex-partner, de man, aan haar diende te betalen. De rechtbank had in 2003 de alimentatie op nihil bepaald, waarna de vrouw in hoger beroep ging. Het hof verklaarde de vrouw echter niet-ontvankelijk in haar hoger beroep omdat zij niet tijdig de benodigde processtukken had overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier. De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing van het hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte de vrouw niet-ontvankelijk had verklaard. De Hoge Raad stelde vast dat de wet geen sanctie verbindt aan het niet tijdig overleggen van de processtukken en dat het hof de vrouw een laatste kans had moeten bieden om haar verzuim te herstellen. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van een goede procesorde en de rechten van partijen in het hoger beroep, waarbij de Hoge Raad de nadruk legt op de noodzaak van een mondelinge behandeling indien de processtukken alsnog worden overgelegd.