ECLI:NL:HR:2005:AR5735
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk wegens overtreding met geldboete
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van een verdachte die was veroordeeld voor meerdere feiten, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en overtredingen van de Wet wapens en munitie. De verdachte was door het Gerechtshof te Arnhem op 1 december 2003 veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf voor de feiten 1 en 2, en voor feit 3 tot een geldboete van € 100,-, subsidiair twee dagen hechtenis, met een voorwaardelijke proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft cassatie ingesteld, maar de Hoge Raad oordeelde dat hij niet-ontvankelijk was in zijn beroep voor wat betreft feit 3, omdat dit een overtreding betrof en de geldboete niet hoger was dan € 100,-. Dit is in overeenstemming met artikel 427, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat in dergelijke gevallen geen cassatieberoep kan worden ingesteld.
De Hoge Raad heeft ook de beoordeling van het beroep op noodweer door het Hof onder de loep genomen. De verdediging stelde dat de verdachte handelde in een noodweersituatie, omdat de aangever met een vuurwapen op hem afkwam. Het Hof verwierp dit verweer, oordelend dat het gebruik van een vuurwapen niet in verhouding stond tot de dreiging die van de aangever uitging. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom het beroep op noodweer niet werd gehonoreerd, gezien de verklaring van de verdachte dat de aangever een vuurwapen in zijn hand had. Dit leidde tot de conclusie dat het middel terecht was voorgesteld en dat de verwerping van het verweer onvoldoende was onderbouwd.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor wat betreft de feiten 1 en 2 en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van noodweer en de noodzaak voor een adequate motivering door de lagere rechters.