ECLI:NL:HR:2005:AR5503
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad verwerpt cassatieberoep inzake alimentatie en wijziging van omstandigheden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van alimentatie. De verzoeker, de man, had in 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage om de beschikking van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 27 april 1999 te wijzigen. Hij verzocht de alimentatie voor de vrouw, die hij in het verleden had moeten betalen, op nihil te stellen, omdat hij sinds 11 februari 2002 werkloos was geworden en geen draagkracht meer had. De rechtbank wees het verzoek af, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage vernietigde deze beslissing en stelde de alimentatie op nihil vast met terugwerkende kracht tot 11 februari 2002.
De vrouw ging in cassatie tegen de beslissing van het hof, waarbij zij verzocht om het cassatieberoep van de man te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de man, dat zich richtte tegen de onduidelijkheid in het dictum van het hof, geen behandeling behoeft, omdat de bestreden beschikking van het hof inmiddels was vernietigd in een andere procedure. De Hoge Raad concludeerde dat de man geen belang meer had bij de behandeling van het cassatiemiddel.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept het belang van duidelijke formuleringen in gerechtelijke uitspraken. De zaak benadrukt ook de gevolgen van wijziging van omstandigheden voor alimentatieverplichtingen, vooral in situaties van werkloosheid en financiële problemen.