3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Jomed N.V. is een houdstermaatschappij met dochtermaatschappijen die actief zijn op het gebied van het ontwikkelen en produceren van medische apparatuur. Jomed is een mondiaal concern met vestigingen in meer dan vijftien landen en begin 2003 in totaal ongeveer 1500 werknemers. Het hoofdkantoor is gevestigd in Helsingborg, Zweden. Tot 1 oktober 2003 waren de aandelen Jomed N.V. genoteerd aan de beurs van Zürich, SWX Exchange.
(ii) De Funds zijn uit hoofde van een investering in c.q. een lening aan Jomed N.V. van € 12.500.000,-- houders van zg. convertible debentures, door Jomed aan de Funds uitgegeven effecten die onder bepaalde voorwaarden in aandelen Jomed N.V. kunnen worden geconverteerd. De Funds zijn uitsluitend crediteuren van Jomed N.V., terwijl een aantal andere crediteuren in het faillissement van Jomed N.V. crediteur is van zowel Jomed N.V. als van een of meer dochtermaatschappijen van Jomed N.V.
(iii) In verband met mededelingen van Jomed N.V. begin januari 2003 dat in haar jaarrekeningen onjuiste informatie is opgenomen, hebben de Funds terugbetaling geëist van de verstrekte leningen.
(iv) Op 22 januari 2003 heeft een der Funds een verzoek tot faillietverklaring van Jomed N.V. bij de rechtbank te Amsterdam ingediend. Op 23 januari 2003 is aan Jomed N.V. voorlopig surseance van betaling verleend, met benoeming van thans curatoren tot bewindvoerders. Op 2 mei 2003 is Jomed N.V. failliet verklaard met aanstelling van de curatoren als zodanig.
(v) Op 27 augustus 2003 hebben de Funds een verzoek ingediend als bedoeld in art. 69 F., onder meer ertoe strekkende dat de rechter-commissaris de curatoren zou bevelen het openbaar verslag van 1 juni 2003 aan te vullen. Tegen de afwijzende beschikking van de rechter-commissaris op dit verzoek zijn de Funds bij de rechtbank in hoger beroep gekomen.
(vi) In de op 2 oktober 2003 gehouden verificatie-vergadering gehouden is een crediteurencommissie benoemd waarin een der Funds zitting heeft.
(vii) Tijdens de verificatievergadering is door de Funds mondeling een verzoek als bedoeld in art. 69 F. aan de rechter-commissaris gedaan met betrekking tot de verstrekking van informatie door de curatoren. De curatoren hebben op de op schrift gestelde vragen die de Funds beantwoord wilden zien, op verzoek van de rechter-commissaris, bij brief van 20 oktober 2003 gereageerd. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de reactie van de curatoren aan de daartoe gestelde eisen voldoet en het verzoek afgewezen voor zover niet anders bleek. Hiertegen zijn de Funds in hoger beroep gekomen bij de rechtbank.
(viii) Tegen de beschikking van de rechtbank van 7 april 2004, waarbij de rechtbank op beide hoger beroepen heeft beslist, hebben de Funds beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft bij beschikking van heden (nr. R04/053) het beroep verworpen.