ECLI:NL:HR:2005:AR3259
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor poging tot vrijheidsberoving en valsheid in geschrift
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van poging tot het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en valsheid in geschrift. De Hoge Raad heeft op 15 maart 2005 uitspraak gedaan in deze zaak, die onder nummer 00722/04 is geregistreerd. De verdachte, geboren in Marokko in 1976, heeft beroep in cassatie ingesteld via zijn advocaat mr. N.H. Fridsma. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, met verwijzing naar een aangrenzend gerechtshof voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De straf is verminderd tot zes maanden, waarvan drie maanden en één week voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het beroep is voor het overige verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat het middel dat klaagt over de verwerping van het verweer door het hof, feitelijke grondslag mist, omdat uit het proces-verbaal van de terechtzitting niet blijkt dat dit verweer is gevoerd.
Daarnaast is er een klacht over de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de termijn is overschreden, wat heeft geleid tot de strafvermindering. De overige middelen konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelt dat er geen grond is voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak.