ECLI:NL:HR:2005:AQ0605
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag vennootschapsbelasting en pensioenrechten bij voortzetting van dienstbetrekking
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 juni 2003, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1998. De belanghebbende, X B.V., kreeg een aanslag opgelegd van ƒ 1.626.051, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging. De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen concludeerde tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie en tot vermindering van de aanslag tot ƒ 1.367.563.
De Hoge Raad oordeelde dat de backservice, die betrekking heeft op de diensttijd bij een vorige werkgever, in één keer ten laste van de winst mag worden gebracht, mits de pensioenrechten onvoorwaardelijk zijn verkregen. Dit is in lijn met goed koopmansgebruik. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de Inspecteur, en verlaagde de aanslag. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de zijde van belanghebbende.
De zaak betreft belangrijke juridische vragen over de toepassing van de Pensioen- en spaarfondsenwet en de Wet op de vennootschapsbelasting, en hoe deze zich verhouden tot de fiscale eenheid en de voortzetting van dienstbetrekkingen. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan over de behandeling van pensioenverplichtingen en de fiscale gevolgen daarvan.