ECLI:NL:HR:2004:AR6162
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beschikking levensonderhoud
In deze zaak heeft de vrouw op 2 april 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Rotterdam, waarin zij verzocht om een voorlopige voorziening tot betaling van een uitkering tot haar levensonderhoud van € 1.815,-- per maand door de man, die als verzoeker tot cassatie optreedt. De man heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 22 augustus 2003 beslist dat de man met ingang van 1 mei 2002 een bijdrage van € 1.169,-- per maand aan de vrouw moet betalen. De man heeft tegen deze beschikking cassatie ingesteld.
De vrouw heeft verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn cassatieberoep, en de man heeft geen verweer gevoerd tegen dit verzoek. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de man in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat tegen de beschikking van de rechtbank geen hogere voorziening openstaat, behoudens cassatie in het belang der wet, waarvoor alleen de procureur-generaal bevoegd is.
De Hoge Raad heeft op 24 december 2004 de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de raadsheren J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.