ECLI:NL:HR:2004:AR5091
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onttrekking aan het verkeer van een personenauto met verlopen Duits kentekenbewijs
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor het rijden met een personenauto waarvan het Duitse kentekenbewijs zijn geldigheid had verloren. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof over de onttrekking aan het verkeer van de auto niet begrijpelijk is, gezien de vaststelling dat de verdachte de eigenaar of houder van de auto was. De verdachte had aangevoerd dat hij de auto op 16 november 2002 had gekocht en dat het kentekenbewijs niet meer geldig was, maar dat dit niet strafbaar was volgens de Wegenverkeerswet 1994. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte, geboren in de Sovjetunie en wonende in Nederland, werd op 16 november 2002 aangehouden terwijl hij reed in een Mitsubishi Colt met een verlopen Duits kenteken. Het Hof had eerder geoordeeld dat de herkomst van de auto onduidelijk was en dat het ongecontroleerde bezit in strijd was met de wet. De verdachte had echter bewijsstukken overgelegd waaruit bleek dat hij de auto had gekocht, maar het Hof vond deze niet overtuigend genoeg. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de onttrekking aan het verkeer gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van de zaak.
De Hoge Raad concludeert dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en dat de zaak opnieuw moet worden berecht door het Gerechtshof. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij beslissingen over onttrekking aan het verkeer.