ECLI:NL:HR:2004:AR4057
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.L.M. Urlings
- G.J.M. Corstens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake conservatoir beslag op aandelen in het kader van strafrechtelijk onderzoek
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam, waarin een klaagster verzocht had om opheffing van een conservatoir beslag op aandelen. Het beslag was gelegd op verzoek van de Belgische autoriteiten in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De Hoge Raad oordeelt dat in cassatie geen beroep kan worden gedaan op feiten en omstandigheden die niet vaststaan en waarvan niet blijkt dat daarop in feitelijke aanleg een beroep is gedaan. De Rechtbank had het beklag van de klaagster gegrond verklaard, omdat er geen gegronde redenen waren voor de verwachting dat België een verzoek tot tenuitvoerlegging zou indienen. De Hoge Raad bevestigt deze beslissing en verwerpt het cassatieberoep. De zaak benadrukt het belang van de voorwaarden voor het leggen van conservatoir beslag op verzoek van een vreemde staat, zoals vastgelegd in de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS). De beschikking van de Rechtbank wordt in stand gehouden, en de teruggave van de in beslag genomen aandelen aan de klaagster wordt gelast.