ECLI:NL:HR:2004:AR3635

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C03/282HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest van de Hoge Raad inzake de vennootschap Meadow Contractors Ltd. en Stichting Het Woningbedrijf Amsterdam

In deze zaak heeft de vennootschap Meadow Contractors Ltd., gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk, cassatie ingesteld tegen de Stichting Het Woningbedrijf Amsterdam, later geheten Stichting Ymere, en een verweerder die niet is verschenen. Meadow vorderde dat de rechtbank zou verklaren dat de verweerder toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van een mantelovereenkomst en dat de Stichting onrechtmatig had gehandeld door gebruik te maken van deze tekortkoming. De rechtbank te Amsterdam heeft op 1 mei 2002 de vorderingen van Meadow afgewezen. Meadow heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar de verweerder is in hoger beroep niet verschenen. Het gerechtshof te Amsterdam heeft op 5 juni 2003 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Meadow heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft op 17 december 2004 het beroep in cassatie verworpen. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Meadow werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Stichting zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman.

Uitspraak

17 december 2004
Eerste Kamer
Nr. C03/282HR
JMH/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk MEADOW CONTRACTORS LTD.,
gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.C.M. van Schijndel,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen,
2. STICHTING HET WONINGBEDRIJF AMSTERDAM, later geheten STICHTING YMERE,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.M. Schutte.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Meadow - heeft bij exploot van 3 september 1999 verweerders in cassatie - verder afzonderlijk te noemen: [verweerder 1] en de Stichting - gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat [verweerder 1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de mantelovereenkomst c.q. onrechtmatig heeft gehandeld jegens Meadow, door de mantelovereenkomst op te zeggen en, met voorbijgaan van de (bouw)-rechten van Meadow, [a-straat 1] te verkopen aan de Stichting, waardoor Meadow schade heeft geleden;
2. te verklaren voor recht dat de Stichting onrechtmatig heeft gehandeld jegens Meadow, door gebruik te maken van de tekortkoming van [verweerder 1] in de nakoming van de mantelovereenkomst en [a-straat 1] - met voorbijgaan van de rechten van Meadow - te kopen van [verweerder 1], waardoor Meadow schade heeft geleden;
3. [verweerder 1] en de Stichting hoofdelijk te veroordelen, aldus dat voldoening door de een de andere tot kwijting zal strekken, om aan Meadow te vergoeden alle schade die zij in dit verband heeft geleden, lijdt en nog zal lijden, nader op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet.
[Verweerder 1] en de Stichting hebben de vorderingen bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 1 mei 2002 de vorderingen van Meadow afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Meadow hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
[Verweerder 1] is in hoger beroep niet verschenen en tegen hem is verstek verleend.
De Stichting heeft de grieven van Meadow bestreden.
Bij arrest van 5 juni 2003 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Meadow beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Tegen [verweerder 1] is verstek verleend.
De zaak is voor Meadow en de Stichting toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Meadow in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder 1] begroot op nihil, en aan de zijde van de Stichting begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 17 december 2004.