ECLI:NL:HR:2004:AR3516
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep door hoofd afdeling Belastingen gemeente De Bilt
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door het hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente De Bilt tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de waardering van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. De waarde was vastgesteld op ƒ 1.119.000 (€ 507.780). Na bezwaar van de belanghebbende heeft het hoofd van de afdeling Belastingen de beschikking gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de waarde verlaagde tot ƒ 950.000 (€ 431.091). Het hoofd van de afdeling Belastingen heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op artikel 28a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in samenhang met artikel 231 van de Gemeentewet, waaruit blijkt dat het college van burgemeester en wethouders exclusief bevoegd is om beroep in cassatie in te stellen. Aangezien het beroep in cassatie op eigen naam was ingesteld door het hoofd van de afdeling Belastingen, verklaarde de Hoge Raad het beroep niet-ontvankelijk.
Daarnaast heeft de Hoge Raad het hoofd van de afdeling Belastingen veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemeente De Bilt werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 8 oktober 2004.