ECLI:NL:HR:2004:AR3249
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewezenverklaring van betrokkenheid bij de handel in XTC-pillen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de handel in XTC-pillen, waarbij hij aanwezig was bij leveringen van grote hoeveelheden pillen die bevattende amfetamine en/of MDMA en/of N-ethylMDMA. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de betrokkenheid van de verdachte voldoende gemotiveerd was. Het hof had vastgesteld dat de verdachte aanwezig was bij twee leveringen van pillen, maar geen aannemelijke verklaring kon geven voor zijn aanwezigheid. De verdachte was eerder vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en een geldboete van € 75.000,--. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat de middelen van cassatie niet konden leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad concludeerde dat de bewezenverklaring van de betrokkenheid bij de handel in XTC-pillen voldoende was onderbouwd en dat er geen gronden waren voor cassatie.