ECLI:NL:HR:2004:AR3161
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid van de Gemeente Rotterdam voor schade aan woning van eiser door sloopwerkzaamheden
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een woning aan de [a-straat 1] te [woonplaats], de Gemeente Rotterdam gedagvaard wegens schade aan zijn woning als gevolg van sloopwerkzaamheden aan een naastgelegen gemeentepand. Eiser vorderde primair dat de Gemeente de schade zou herstellen en subsidiair dat de Gemeente aansprakelijk zou worden gesteld voor de door hem geleden schade. De rechtbank te Rotterdam heeft de Gemeente bij verstekvonnis veroordeeld om de schade te vergoeden. De Gemeente kwam in verzet tegen dit vonnis, maar de rechtbank bevestigde het verstekvonnis. Hierna heeft de Gemeente hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de rechtbank vernietigde en de vorderingen van eiser afwees. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof essentiële stellingen van eiser niet in zijn beoordeling heeft betrokken. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van eiser zijn begroot op € 407,34 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die van de Gemeente verwacht mag worden bij het uitvoeren van sloopwerkzaamheden en de aansprakelijkheid die daaruit voortvloeit.