ECLI:NL:HR:2004:AR3137
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie van ING Bank N.V. tegen curator in faillissement van Elma Vastgoed Ede B.V. en Elma Vastgoed Veenendaal B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen ING Bank N.V. en de curator van de failliete vennootschappen Elma Vastgoed Ede B.V. en Elma Vastgoed Veenendaal B.V. De bank had in eerste instantie een vordering ingesteld tegen de curator, waarbij zij betoogde dat zij recht had op verrekening van bedragen die op de rekening van de failliete vennootschappen waren bijgeschreven. De curator stelde echter dat de bank niet bevoegd was tot verrekening, omdat de bank op het moment van bijschrijving wist dat het faillissement van de vennootschappen te verwachten was, en dat de bank afstand had gedaan van haar hypotheekrechten.
De rechtbank oordeelde in eerdere tussenvonnissen dat de bank niet had aangetoond dat de betalingen niet aan de failliete vennootschappen waren gedaan. Het hof bekrachtigde dit oordeel en stelde dat de bank zich niet kon beroepen op verrekening, omdat de curator kon aantonen dat de bank op het moment van de bijschrijvingen wist dat de faillissementen aanstaande waren. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat de strenge regels omtrent verrekening door banken in het zicht van faillissement van toepassing waren. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van de bank en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie.