ECLI:NL:HR:2004:AR3104
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor vennootschapsbelasting en toegang tot de burgerlijke rechter
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van X Beleggingsmaatschappij B.V. voor vennootschapsbelasting en de toegang tot de burgerlijke rechter. De Ontvanger heeft op 21 januari 1999 aan belanghebbende medegedeeld dat hij aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van ƒ 719.311, gerelateerd aan aanslagen in de vennootschapsbelasting voor de jaren 1991 en 1992. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de Ontvanger heeft op 16 juli 1999 laten weten dat de bezwaarschriften niet in behandeling worden genomen. Hierop heeft belanghebbende op 27 augustus 1999 beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's Hertogenbosch, dat het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat belanghebbende ten tijde van het indienen van het bezwaar niet de bevoegdheid had om rechtsmiddelen aan te wenden tegen de aanslagen. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat belanghebbende geen toegang heeft tot de belastingrechter, maar zich moet wenden tot de burgerlijke rechter. De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende verworpen, omdat deze uitgingen van een onjuiste rechtsopvatting. Ook het eerste middel, dat betrekking had op de toerekening van de brief van de belastingdienst, faalde bij gebrek aan belang.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2004.