ECLI:NL:HR:2004:AR2774
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V. inzake vordering tot schadevergoeding
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V. gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. De eiseres vorderde een schadevergoeding van ƒ 377.366,95, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering bij eindvonnis van 7 maart 2001 afgewezen, waarop eiseres hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 22 mei 2003 de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, waarna eiseres cassatie heeft ingesteld bij de Hoge Raad. Delta Lloyd heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 4.521,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, zonder nadere motivering, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.