ECLI:NL:HR:2004:AR2390
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake verbod op dakterras en schadevergoeding in kort geding
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee buren over de aanleg van een dakterras en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding. Verweerder heeft eisers tot cassatie gedagvaard voor de voorzieningenrechter in de rechtbank te Maastricht, waarbij hij hen verbood een dakterras aan te leggen dat dichter dan twee meter van de erfgrens met zijn woning ligt. De voorzieningenrechter heeft dit verbod opgelegd en de overige vorderingen van verweerder afgewezen. Verweerder ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het vonnis van de voorzieningenrechter gedeeltelijk vernietigde en eisers veroordeelde tot betaling van een voorschot op schadevergoeding van € 26.595,--. Dit bedrag was gebaseerd op de schade die verweerder zou lijden door verminderd woongenot en waardevermindering van zijn woning.
Eisers hebben cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd van partijen is getreden door een voorschot op schadevergoeding toe te wijzen, terwijl dit niet door verweerder was gevorderd. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof voor zover het de toewijzing van het voorschot betreft en wijst deze vordering af. De Hoge Raad compenseert de proceskosten in de feitelijke instanties, zodat iedere partij de eigen kosten draagt, en veroordeelt verweerder in de kosten van het geding in cassatie.
Dit arrest benadrukt het belang van de rechtsstrijd tussen partijen en dat een rechter niet buiten de grenzen van deze rechtsstrijd mag treden door vorderingen toe te wijzen die niet zijn ingediend. Het bevestigt ook dat de Hoge Raad zelf de zaak kan afdoen door vorderingen af te wijzen die niet zijn onderbouwd in het partijdebat.