ECLI:NL:HR:2004:AR2244
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en waardering van winstrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1999, opgelegd aan X B.V. De aanslag betrof een belastbaar bedrag van ƒ 1.458.774. Na bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat goed koopmansgebruik niet toestaat dat belanghebbende bij de waardering van het winstrecht rekening houdt met een mogelijke liquidatie van de vennootschap onder firma. Het Hof had vastgesteld dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat een liquidatie binnen afzienbare tijd zou plaatsvinden of dat er een behoorlijke kans op liquidatie bestond. De Hoge Raad bevestigde dat bij de waardering van balansposten met toekomstige onzekere gebeurtenissen alleen rekening mag worden gehouden met gebeurtenissen waarvan een behoorlijke kans bestaat dat ze zich zullen voordoen.
De Hoge Raad concludeerde dat de klachten in het cassatiemiddel over het oordeel van het Hof dat het winstrecht geen bedrijfsmiddel is, geen bespreking behoefden wegens gebrek aan belang. Het middel kon om deze reden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is aan de uitspraak van het Gerechtshof gehecht.