ECLI:NL:HR:2004:AR1783
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over handelsnaamgebruik tussen taxicentrales
In deze zaak heeft de Delftse Taxicentrale Deltax B.V. (verzoekster) cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die de eerdere beslissing van de kantonrechter bevestigde. De kantonrechter had op 5 juni 2003 het verzoek van de Delftse Taxicentrale Deltax om de handelsnaam van de Taxicentrale D.T.C. V.O.F. te wijzigen, afgewezen. De Delftse Taxicentrale Deltax verzocht de kantonrechter om de Taxicentrale D.T.C. te veroordelen tot wijziging van haar handelsnaam, waarbij de lettercombinatie 'DTC' diende te worden geschrapt. De Taxicentrale D.T.C. verzocht op zijn beurt om de Delftse Taxicentrale Deltax te veroordelen tot staking van het gebruik van 'DTC' in haar handelsnaam. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter op 12 december 2003, waarna de Delftse Taxicentrale Deltax in cassatie ging.
De Hoge Raad heeft op 12 november 2004 de cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd gegeven zonder nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad veroordeelde de Delftse Taxicentrale Deltax in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Taxicentrale D.T.C. werden begroot op € 267,69 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. Deze beschikking werd uitgesproken door de vice-president R. Herrmann als voorzitter, samen met de raadsheren D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.