ECLI:NL:HR:2004:AR1213
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over echtscheiding en alimentatieverplichtingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 oktober 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De vrouw had in eerste instantie bij de rechtbank te Zutphen een verzoekschrift ingediend tot echtscheiding en had daarbij diverse verzoeken gedaan met betrekking tot de zorg voor de minderjarige kinderen, kinderalimentatie en partneralimentatie. De rechtbank had in een tussenbeschikking op 25 oktober 2001 de echtscheiding uitgesproken en de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om advies over de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de omgangsregeling. De rechtbank had bepaald dat de kinderen bij de vrouw zouden verblijven en had de man verplicht tot het betalen van alimentatie voor zowel de kinderen als de vrouw.
Na een aantal procedures en een eindbeschikking van de rechtbank op 5 februari 2003, waarin de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de alimentatieverplichtingen werden vastgesteld, heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft de eindbeschikking van de rechtbank op 13 mei 2003 vernietigd en nieuwe beslissingen genomen over de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de omgangsregeling en de alimentatieverplichtingen van de man.
De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft de klachten van de man in zijn cassatieverzoek beoordeeld, maar heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof bevestigd en het beroep van de man verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van echtscheiding en alimentatieverplichtingen.