ECLI:NL:HR:2004:AR0186
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Gemeente Lith voor schade door vervuiling van een voormalige vuilstortplaats
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], de Gemeente Lith gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij hij schadevergoeding vorderde voor materiële en immateriële schade die hij zou hebben geleden door vervuiling van zijn varkenshouderij, veroorzaakt door een voormalige vuilstortplaats. De rechtbank heeft de vordering gedeeltelijk toegewezen, maar de Gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van eiser afgewezen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Gemeente niet onrechtmatig heeft gehandeld. De Gemeente was eigenaar van de voormalige vuilstortplaats, maar had niet zelf de vervuiling veroorzaakt. De Hoge Raad oordeelde dat de Gemeente niet kon worden verweten dat zij geen nader onderzoek heeft laten verrichten naar de vervuiling, omdat de wetgeving op dat moment niet vereiste dat zij zelf onderzoek zou doen. De Hoge Raad heeft de conclusie van het hof bevestigd dat de vordering van eiser wat betreft de vóór 1987 geleden schade was verjaard en dat er geen onzorgvuldigheid van de Gemeente was aangetoond.
De Hoge Raad heeft het principale beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman en vier andere raadsheren op 10 december 2004.