ECLI:NL:HR:2004:AQ8933
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in cassatie tegen beschikkingen ex art. 32 Sv
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda, gedateerd 30 januari 2004. De Rechtbank had het bezwaarschrift van de verdachte niet-ontvankelijk verklaard voor zover dit gericht was tegen andere stukken dan die waarvan inzage was verzocht. Het bezwaarschrift werd echter gegrond verklaard voor wat betreft de inzage in het aanmeldingsformulier fiscale delicten en de verslagen van het selectie- en tripartiete overleg. De Officier van Justitie heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking, maar de Hoge Raad oordeelt dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in het cassatieberoep. Dit is gebaseerd op artikel 446 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie tegen beschikkingen slechts openstaat indien een vordering niet is toegewezen. Aangezien de bestreden beschikking niet is gegeven op een vordering van het Openbaar Ministerie, maar op een bezwaarschrift van de verdachte, kan de Officier van Justitie niet worden ontvangen in het beroep. De Hoge Raad bevestigt hiermee de beslissing van de Rechtbank en verklaart de Officier van Justitie niet-ontvankelijk in het beroep.