ECLI:NL:HR:2004:AQ8178
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie in een huwelijksgoederengemeenschap geschil met betrekking tot de verdeling van activa
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres tot cassatie, de man, verweerder in cassatie, gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam in het kader van de scheiding en deling van hun huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw vorderde onder andere een bedrag van ƒ 30.187,50 ter zake van de toescheiding van de onderneming, inclusief de activa 'Grada' en 'Calypso'. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 27 mei 1999 een comparitie van partijen gelast en in een eindvonnis van 18 oktober 2001 de vordering van de vrouw toegewezen. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Het hof heeft op 15 januari 2003 het vonnis van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de man aan de vrouw een bedrag van ƒ 809,50 (€ 367,34) dient te betalen. Dit arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten werden gecompenseerd. De vrouw heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij de man niet is verschenen en verstek is verleend.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en verdere motivering was niet nodig, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling opriepen.