ECLI:NL:HR:2004:AQ7379
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake pensioenfonds en WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Stichting Pensioenfonds Stork en een voormalig werknemer, aangeduid als [verweerder]. De zaak betreft de vraag of [verweerder] recht heeft op een aanvulling op zijn WAO-uitkering en premievrije voortzetting van zijn pensioenopbouw. De werknemer had eerder een vordering ingesteld tegen het pensioenfonds, die door de kantonrechter was afgewezen. Het gerechtshof te Amsterdam had echter in hoger beroep de vordering van [verweerder] toegewezen, wat leidde tot het cassatieberoep van het pensioenfonds.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof de pensioenreglementen correct had geïnterpreteerd. Het hof had vastgesteld dat [verweerder] tijdens zijn dienstverband meer dan 45% arbeidsongeschikt was en dat hij recht had op invaliditeitspensioen, dat ingaat na een wachttijd. De Hoge Raad verwierp het beroep van het pensioenfonds en oordeelde dat de uitleg van het hof niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad benadrukte dat de regeling van het pensioenfonds niet willekeurig mocht zijn en dat het recht op invaliditeitspensioen niet afhankelijk kon zijn van de toevallige datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.
De uitspraak bevestigt de bescherming van werknemersrechten in het kader van pensioenregelingen en de noodzaak voor pensioenfondsen om duidelijke en rechtvaardige regels te hanteren. De Hoge Raad veroordeelde het pensioenfonds tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [verweerder].