ECLI:NL:HR:2004:AQ0542

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R04/051HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring en de toestand van niet kunnen betalen

In deze zaak heeft Tech Data Nederland B.V. (hierna: Tech Data) op 4 december 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Utrecht om Partner Lease B.V. (hierna: Partner Lease), tevens handelende onder de naam Partner Finance, in staat van faillissement te verklaren. Partner Lease heeft het verzoek bestreden, waarna de rechtbank op 4 maart 2004 het verzoek tot faillietverklaring heeft afgewezen. Tech Data heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 6 april 2004 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tech Data heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft in zijn beschikking van 15 oktober 2004 geoordeeld dat voor een faillietverklaring van een schuldenaar moet worden vastgesteld dat deze in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. De Hoge Raad benadrukt dat het bestaan van meerdere schulden noodzakelijk is, maar niet voldoende om tot faillietverklaring over te gaan. In deze zaak heeft Partner Lease betwist dat zij in een dergelijke toestand verkeert en heeft zij zich beroepen op verrekening van vorderingen.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had overwogen dat niet summierlijk kon worden vastgesteld dat Partner Lease in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen. De Hoge Raad heeft het beroep van Tech Data verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven.

Uitspraak

15 oktober 2004
Eerste Kamer
Rek.nr. R04/051HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
TECH DATA NEDERLAND B.V., gevestigd te Deventer,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. S. Simonetti,
t e g e n
PARTNER LEASE B.V., tevens handelende onder de naam Partner Finance, gevestigd te Maarssen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 4 december 2003 ter griffie van de rechtbank te Utrecht ingekomen verzoekschrift heeft verzoekster tot cassatie - verder te noemen: Tech Data - zich gewend tot die rechtbank en verzocht verweerster in cassatie, tevens handelende onder de naam Partner Finance - verder te noemen: Partner Lease - in staat van faillissement te verklaren.
Partner Lease heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 4 maart 2004 het verzoek tot faillietverklaring afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft Tech Data hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 6 april 2004 heeft het hof de uitspraak waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Tech Data beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Partner Lease heeft verzocht het beroep te verwerpen.
Partijen hebben de zaak schriftelijk doen toelichten, verzoekster door mr.drs. A.M.C. Dekker, advocaat te 's-Gravenhage, verweerster door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Tech Data heeft bij brief van 23 juli 2004 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
3.1.1 Aan haar verzoek tot faillietverklaring van Partner Lease heeft Tech Data ten grondslag gelegd dat Partner Lease opeisbare schulden, voortvloeiend uit een tussen partijen bestaande overeenkomst, alsmede een of meer vorderingen van andere schuldeisers, onbetaald laat, en derhalve verkeert in een toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Partner Lease heeft zich tegen het verzoek verweerd. Zij betwistte de gestelde omvang van de vorderingen van Tech Data en beriep zich voor het wel erkende gedeelte daarvan op verrekening. Het bestaan van de steunvorderingen betwistte zij eveneens. Bovendien voerde Partner Lease aan dat zij niet verkeerde in de omstandigheid dat zij niet in staat was op korte termijn aan haar opeisbare verplichtingen te voldoen en aldus niet in een faillissementssituatie verkeerde. De rechtbank wees het verzoek af, overwegende dat omtrent de vordering van Tech Data reeds een bodemprocedure aanhangig was waarvan de uitkomst, afhankelijk als die was van de uitleg van de tussen partijen bestaande overeenkomst, onzeker was, en dat een van de steunvorderingen intussen was voldaan, de andere voor verrekening vatbaar was en Partner Lease over een derde, ter terechtzitting aangevoerde steunvordering niets had kunnen verklaren.
3.1.2 In haar appelrekest betoogde Tech Data dat Partner Lease een aanzienlijk gedeelte van de vordering van Tech Data erkende en betwistte zij de in verrekening gebrachte vordering van Partner Lease. Zij persisteerde bij het bestaan van een van de steunvorderingen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft Tech Data zich nog op twee andere steunvorderingen beroepen en voorts aangevoerd dat ingevolge haar op de overeenkomst tussen partijen van toepassing zijnde algemene voorwaarden verrekening is uitgesloten. Partner Lease heeft haar betwisting van de vordering van Tech Data gehandhaafd en andermaal het bestaan van steunvorderingen betwist. Daarnaast is opnieuw betoogd dat Partner Lease niet verkeert in een toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Het heeft daartoe overwogen dat Partner Lease de vordering van Tech Data tot een bedrag van € 83.683,27 erkent, doch zich beroept op verrekening met een tegenvordering die zij begroot op € 215.000,-- en dat Tech Data zich weliswaar op het standpunt stelt dat verrekening op grond van haar algemene voorwaarden is uitgesloten, doch dat, wat er ook zij van het ingeroepen artikel van de algemene voorwaarden, in het kader van de beoordeling van het vorderingsrecht van Tech Data rekening dient te worden gehouden met vorderingen die Partner Lease mogelijk op Tech Data heeft. Hetgeen daarover is gebleken, aldus het hof, laat te veel vragen onbeantwoord om de conclusie te wettigen dat reeds summierlijk kan worden vastgesteld dat het bedrag aan tegenvorderingen het onbetwiste gedeelte van de vordering van Tech Data niet zal overtreffen. "Ook overigens", zo overwoog het hof, "is niet summierlijk gebleken van het bestaan van feiten en omstandigheden, welke aantonen dat Partner Finance in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen".
3.2.1 Tech Data bestrijdt 's hofs beslissing met een middel waarvan alle vier de onderdelen zijn gericht tegen de overwegingen omtrent de vordering van Tech Data op Partner Lease en de verrekeningskwestie. In cassatie wordt niet geklaagd over de slotoverweging van het hof, vermeld hiervoor in de laatste zin van 3.1.2.
3.2.2 Bij de beoordeling van het middel dient te worden vooropgesteld dat voor de faillietverklaring van een schuldenaar dient te worden vastgesteld dat hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen (art. 1 en 6 lid 3 F.). Het bestaan van meer schulden is daarvoor een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde: ook als aan het pluraliteitsvereiste is voldaan, dient nog te worden onderzocht of de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. (HR 18 januari 2002, nr. R01/106, NJ 2002, 146.) Naar aanleiding van het in het bijzonder tegen het bestaan van die toestand gerichte verweer van Partner Lease moet 's hofs slotoverweging kennelijk aldus worden verstaan dat, ook indien van het bestaan van een opeisbare, niet voor verrekening met een tegenvordering in aanmerking komende vordering van Tech Data op Partner Lease dient te worden uitgegaan, niet kan worden vastgesteld dat sprake is van pluraliteit van schuldeisers, dan wel anderszins dat Partner Lease verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen.
3.2.3 Nu hetgeen het hof aldus heeft overwogen de afwijzing door het hof van het verzoek van Tech Data zelfstandig kan dragen, behoeven de tegen de andere overwegingen van de bestreden uitspraak gerichte klachten van het middel geen behandeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens en E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 15 oktober 2004.