ECLI:NL:HR:2004:AP9666
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de geldigheid van een voorwaardelijke overeenkomst in faillissement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door Mr. Wilhelm Aerts, curator in het faillissement van Raad Administratie Consultants B.V. en [A] B.V. De curator had de verweerder, wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de rechtbank te Leeuwarden en gevorderd tot betaling van een bedrag van ƒ 19.287,61, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank had de vordering van de curator afgewezen, waarna de curator hoger beroep had ingesteld. Het gerechtshof te Leeuwarden bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarop de curator cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat de curator een voorwaarde had gesteld aan zijn aanbod, namelijk dat dit aanbod vervalt indien het niet door tenminste 80% van de RAAD-consultants binnen de gestelde termijn schriftelijk wordt geaccepteerd. De rechtbank had geoordeeld dat aan deze voorwaarde niet was voldaan, en het hof had dit oordeel bevestigd. De Hoge Raad bevestigde dat de curator niet eenzijdig de voorwaarde kon wijzigen of opheffen, en dat de voorwaarde van belang was voor de verweerder. De Hoge Raad verwierp het beroep van de curator en oordeelde dat de kosten van het geding in cassatie voor rekening van de curator komen, begroot op € 441,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de naleving van voorwaarden in overeenkomsten en de rechtszekerheid voor partijen bij het aangaan van overeenkomsten, vooral in faillissementssituaties. De Hoge Raad bevestigde de toepassing van de Haviltex-maatstaf voor de uitleg van overeenkomsten, waarbij de bedoeling van partijen centraal staat.