ECLI:NL:HR:2004:AP7760
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake koopovereenkomst en schadevergoeding na ontbinding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een eerder arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Meijer, had cassatie ingesteld tegen de verweerders, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.S. Meijer, naar aanleiding van een geschil over een koopovereenkomst betreffende een woning. De eiseres betwistte dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen, terwijl de verweerders stelden dat zij recht hadden op schadevergoeding wegens wanprestatie. De rechtbank had de vorderingen van de verweerders afgewezen, maar het hof had in hoger beroep geoordeeld dat er geen koopovereenkomst was tot stand gekomen. De Hoge Raad vernietigde dit oordeel en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de devolutieve werking van het appel had miskend door niet ook de subsidiaire grondslag van de vordering te beoordelen. Na verwijzing oordeelde het Amsterdamse hof dat de eiseres was gebonden aan de mededeling van haar makelaar dat zij het bod van de verweerders had aanvaard. De Hoge Raad verwierp het principale beroep van de eiseres, maar vernietigde het arrest van het hof ten aanzien van de kosten van verhaal, omdat het hof een onjuiste rechtsopvatting had gegeven aan de grondslag voor deze schadepost. De Hoge Raad veroordeelde de eiseres in de kosten van het geding in cassatie.