ECLI:NL:HR:2004:AP7094
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding na aanrijding met letsel en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], Turien & Co, gevestigd te [vestigingsplaats], gedagvaard voor de rechtbank te Alkmaar. Eiser vorderde een schadevergoeding van ƒ 949.842,76 na een aanrijding op 27 oktober 1992, waarbij hij letsel opliep en arbeidsongeschikt raakte. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 12 september 1996 partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de zaak. Na deskundigenonderzoek heeft de rechtbank in een eindvonnis van 1 februari 2001 Turien veroordeeld tot betaling van ƒ 20.140,92, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 10 oktober 2002 de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd, met uitzondering van de proceskostenveroordeling.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, terwijl Turien voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de hoofdsom betreft, en tot veroordeling van Turien tot betaling van een hoofdsom van € 13.904,24 met wettelijke rente. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank en het hof op juiste wijze hebben geoordeeld over de schadevergoeding en de arbeidsongeschiktheid van eiser. De argumenten van eiser in cassatie werden verworpen, en de Hoge Raad bevestigde dat de deskundigenrapporten en de oordelen van de lagere rechters correct waren toegepast. De zaak benadrukt de complexiteit van schadevergoeding bij letselschade en de rol van deskundigen in het proces.